Met horten en stoten

Het tempo waarin ik jarenlang leefde koos ik niet bewust zelf. En ik kwam tot de conclusie: het gaat me veel te hard.

Jaren terug hielp ik op een reis in Mongolië met kaas maken. Om de stremsel goed te mengen roerde ik met een enorme lepel door tientallen liters warme melk. Als ik dan stilhield voelde ik de massa nog doorkolken. Wat een kracht, ik kon maar met moeite de lepel stilhouden.

Zo voel ik me nu. Ik heb mijn tempo vertraagd, maar in mij kolkt mijn oude ritme nog na. Met horten en stoten kom ik tot rust. Het opgejaagde gevoel ebt langzaam weg. Af en toe schrik ik nog op: "Moet ik niet nog iets?" 

Nee. Langzaam begint het tot me door te dringen: ik hoef niks. Herstellen van mijn hersenschudding is niet iets wat ik actief kan doen. Ik kan slechts de omstandigheden creëren waarin herstel kan ontstaan. Over een paar maanden kan ik terecht bij een revalidatiekliniek, tot die tijd ben ik gebaat bij rust. Bij niets-meer-moeten. Ik mag er nog aan wennen dat ik mezelf niet hoef te pushen om ergens te komen. Sterker nog: beter niet, zo blijkt.

Na een roerige tijd van telkens korte tijdelijke verblijfplekken (thuis was het me sinds mijn terugval te druk) heb ik eindelijk een plek gevonden waar ik de komende maanden tot rust kan komen. 's Ochtends kachel aan, kippen voeren, wat wandelen en fietsen, af en toe wat lezen, kaartje sturen. Heerlijk. Niet zelf gekozen – ik had me liever thuis beter gevoeld – maar toch een soort vakantie. En het tempo is juist.

Vragen voor jou

  • In welk tempo leef jij?
  • Is dat tempo juist voor jou? 
  • Wat is ervoor nodig om in de juiste versnelling te schakelen?

Reacties (0)
Wees de eerste met een reactie!

Jouw reactie: